Na de Muur: het dilemma van Berlijn
Het begon allemaal dertig jaar geleden.
Gigantische bouwwerven
“In de jaren 90 was de stad helemaal bankroet“, vertelt historicus Niko Rollmann, die al meer dan 20 jaar in Berlijn woont. “De economie was ingestort en de stad deed er alles aan om buitenlands kapitaal aan te trekken.”
Nieuwe projecten moesten helpen om de zowat 60 miljard schulden van de stad te betalen. Een van die projecten is de reusachtige bouwwerf aan de oever van de Spree, door investeerders en stedenbouwkundigen de ‘Mediaspree’ genoemd, om projectpromotoren aan te trekken. Zoals de naam aangeeft, is dit 180 ha grote gebied voorbestemd voor media, communicatie, nieuwe technologieën en diensten. Na de voorstelling in de Berlijnse Senaat in 2002 ging het project van start. Voortaan zou het een vaste waarde zijn in het stedelijke ontwikkelingsplan.
De Amerikaanse miljardair Philip Anschutz kocht het grootste deel van de grond aan de East Side Gallery. Vandaag spreekt men hierover alleen in superlatieven: je vindt er de enorme Mercedes-Benz-Arena, en naast de East Side Mall - een gloednieuw winkelcentrum dat in de herfst van 2018 de deuren opent - verrijst een van de hoogste torens van Berlijn. De East Side Mall is gunstig gelegen tegenover het station Warschauer Straße. Dit moet het centrum worden van de nieuwe, jonge, dynamische zakenbuurt die momenteel internationaal zeer in trek is.
Actiegroep 'Mediaspree versenken'
Als het gaat over de gebouwen aan de Spree, wordt de term ‘Mediaspree’ vandaag overigens almaar minder gebruikt. De tegenspraak die het project aanvankelijk opriep, lijkt verleden tijd. “Ik heb gehoord dat er vroeger veel protest tegen de Mediaspree was, maar nu is alles zeer rustig”, aldus Susanne.
Aan het begin van de jaren 2000 lieten de bewoners, verenigd in meerdere actiegroepen, van zich horen. Ze waren boos over de privatisering van openbare gronden en over de bouwplannen die alleen investeerders ten goede zouden komen. Zeker omdat sommige van die investeerders ook nog eens miljoenen zogenoemde ‘startsubsidies’ incasseerden. De bekendste actiegroep heet Mediaspree Versenken. Mediaspree Versenken.
Op diverse plaatsen werden restanten van de Muur afgebroken en werd de oever geprivatiseerd, bijvoorbeeld in 2013 voor de bouw van luxeflats.
“We kunnen niet zo veel doen”, erkent Niko Rollmann, een van de activisten bij ‘Mediaspree Versenken’. “Er zijn nationale wetten waaraan de lokale overheden zich moeten houden. Maar het heeft de overheid ook veel tijd gekost om te begrijpen wat er aan de hand was. De projecten van Mediaspree konden zich haast ongeremd uitbreiden en naar de plaatselijke bevolking werd niet geluisterd.”
Achter het beton; het andere Berlijn
Na de val van de Muur in 1989 werden open ruimtes en leegstaande voormalige fabrieken regelrechte speeltuinen voor kunstenaars, punkers en clubgangers. De stad had een enorme aantrekkingskracht op alternatievelingen van over de hele wereld, die interesse hadden voor een betaalbare en creatieve manier van leven.
Er ontstond een nieuwe manier van wonen: krakers zagen volop hun kans en nog anderen namen hun intrek in hutten en woonwagens in het voormalige niemandsland. Van hen blijft vandaag maar een kleine groep over op de oevers van de Spree en andere plekken waar de Muur ooit stond. Zij zijn als het ware de laatste der Mohikanen, in een stad in volle verandering.
De grond is eigendom van de stad, maar op dit moment hebben de bewoners een overeenkomst die om de vijf jaar kan worden verlengd en waarin staat dat ze er mogen wonen. “De huidige overeenkomst loopt tot 2021. Maar we maken ons ernstig zorgen dat we daarna weg moeten”, aldus Zosca. “We zien dat er overal grote nederzettingen worden gebouwd, en we weten dat de stad bouwplannen heeft voor ons stuk grond.” Iedereen denkt aan de ontruimingen van andere kampen en nederzettingen, zoals die van Cuvry, waarbij Niko Rollmann intensief betrokken was. In tegenstelling tot de Lohmühle, die door een klein comité georganiseerd wordt, was Cuvry volgens Niko een “wild kamp”. Het werd opgericht in 2011 op een privéterrein en er woonden daklozen, illegalen, kunstenaars, buitenlanders, vluchtelingen … een bont en soms problematisch allegaartje. In 2014 werd de nederzetting na een brand geëvacueerd. De bewoners konden nooit meer terugkeren.
Tipi's in de stad
Alternatieve en ecologische projecten
De bewoners kregen de kans om de grond van de stad te kopen en een coöperatieve vereniging op te richten. “Berlijn was toen heel anders. Vandaag zouden zulke projecten niet meer mogelijk zijn, omdat de grond te duur is geworden.”
De spiraal van de omgekeerde verpaupering
Daar komt bij dat Berlijn van oudsher een stad van huurders is. Meer dan 80 procent van de appartementen in Berlijn worden gehuurd. “De mensen die naar hier verhuizen hebben een vrij hoog salaris en zijn behoorlijk koopkrachtig. Maar het gevolg is dat ook de mensen die hier al lang wonen nu hogere huurprijzen moeten betalen, en dat kunnen ze niet. Dat is de spiraal van de omgekeerde verpaupering”, zegt een verontruste Niko Rollmann. Zijn bezorgdheid is terecht, want sinds 2004 zijn de prijzen in de hoofdstad met 120 procent gestegen. In 2015 voerde de regering een maatregel in – de zogenaamde ‘Mietpreisbremse’ of ‘huurrem’ – die vooral in dichtbevolkte gebieden zoals Berlijn, waar zeer veel concurrentie heerst op de woonmarkt, een halt moest toeroepen aan de stijging van de huurprijzen. Maar in de praktijk verloopt de toepassing van deze wet, die slechts onder welbepaalde omstandigheden van kracht wordt, problematisch. Noch de huurders noch de eigenaars zijn tevreden. In april riepen meer dan 250 verenigingen op tot protest. 10.000 tot 25.000 Berlijners kwamen op straat tegen de beangstigende prijzenexplosie. Op hun betogingsborden stonden slogans te lezen als “huurders zijn geen citroenen” of “huizen voor mensen, geen woekerwinsten voor eigenaars!” Dat grote bedrijven zich hier vestigen, maakt dat ook de prijzen voor andere producten en diensten stijgen, bijvoorbeeld voor een etentje op restaurant. “Ik sprak met een activist over hoe de komst van bedrijven zoals Google en Zalando de buurten verandert”, vertelt Niko. “Volgens hem hadden ze net zo goed een bom op zijn deel van de stad kunnen gooien.”
De gemiddelde huurprijs in Berlijn bedraagt vandaag zo’n 9 tot 10 euro per vierkante meter. Dat is nog relatief goedkoop vergeleken met andere grote Europese hoofdsteden zoals Parijs (gemiddeld 25 euro per vierkante meter) of Londen.
Het gecommercialiseerde beeld van Berlijn
Vraag je het aan de bewoners van de alternatieve nederzettingen, dan gebruiken de investeerders het creatieve imago van Berlijn als reclame, maar zijn zij tegelijk degenen die de ziel van de stad kapotmaken. Volgens Misha van Tipiland “maken de bonte mix en creativiteit deel uit van de Berlijnse cultuur”. Daarom willen ze doorgaan met het organiseren van gratis evenementen op basis van vrijwillige bijdragen. Zo is er elke zaterdag een jamsessie. “Mensen uit alle lagen van de bevolking maken samen muziek. Straatmuzikanten spelen samen met musici van het filharmonisch orkest”, vertelt hij enthousiast.
Een nieuwe Muur
Impressum
Marine Leduc & Constance Bénard
Redactie:
Stephanie Hesse
Vertaling & ondertitels:
Marion Herbert
© 2018 Goethe-Institut Frankreich
Voor dit werk werd een Creative Commons Namensnennung - Nicht-kommerziell - Keine Bearbeitung 3.0 Deutschland-licentie verleend.